Column Het Parool 18/09/2011
Ploftas
De term ‘ploftas’ werd geïntroduceerd op een workshop Damestasjeslezen in Arnhem, door een van de deelneemsters. De ploftas is gemaakt van soepel materiaal, dat de flexibele geest van de ploftasdraagster weerspiegelt. Hij is riant groot als ie aan de schouder hangt maar… als je hem in de hoek van de kamer mikt ploft ie in elkaar en neemt nauwelijks nog ruimte in. Wat er allemaal in zit is niet eens zo van belang, maar het is altijd minder dan er in past: de ploftasvrouw houdt ruimte over voor het geval ze iets tegenkomt dat interessant genoeg is om eens even mee te nemen. Of dat nou een leuk dingetje is of een verfrissend idee maakt weinig uit. Er is altijd ruimte voor meer.
Daarin zien we het verlangen terug van de ploftasdraagster om soms het stralend middelpunt van de reuring te zijn (vrouwen in leidinggevende functies kunnen heel goed een ploftas willen hebben) en even later de boel de boel te laten, verantwoordelijke grotemensendingen aan de kant te werpen en lekker te relaxen.
Ploftasdragers zijn de vrouwelijke variant van de ‘Zo. Nu eerst een Bavaria’-man.
Het werk is niet afgelopen omdat het vijf uur is, maar als het uiteindelijk toch afgelopen is, bijvoorbeeld om half twaalf ’s avonds omdat het zo leuk was dat ze er niet mee kon stoppen, dan gaat ze daarna ook voluit genieten van haar vrije tijd.
Een ploftas. Je hoort ‘m neerkomen.
Privéconsult – reactie
Wat een plezier om af en toe een reactie terug te krijgen over hoe diep een priveconsult Damestasjeslezen kan gaan! Dank dank, voor onderstaand bericht, speciaal geschreven door een damestasjesconsultnemer voor deze site.
Vandaag bij Yoeke geweest om mijn tas te laten lezen. In eerste instantie wilde ik de workshop doen maar om toch meer informatie te krijgen over mezelf heb ik later voor een persoonlijk consult gekozen.
Het begon gelijk prettig, de sfeer was goed en Yoeke bestudeerde mijn tas alvast. Het boek wat ik erbij had gekregen heb ik bewust niet gelezen van te voren, ik wilde me volledig door haar laten verrassen. En dat heeft ze zeker gedaan!
Het ging écht over mij. En eerlijk gezegd voelde het als de normaalste zaak van de wereld wat zij allemaal over mij vertelde terwijl ze mij helemaal niet kent. De kwesties die op dit moment in mijn leven spelen kwamen daarbij duidelijk naar boven, maar ik heb ook teruggedacht aan tassen die ik eerder heb gehad en wat dat mij nu kon vertellen over die periode in mijn leven.
Thuisgekomen heb ik het hele gesprek in de computer gezet en op dat moment dat het allemaal weer passeerde wist ik dat ik hele goede richtlijnen had gekregen om weer een stap verder te komen in mijn proces. Sommige dingen werden in één keer heel duidelijk en andere was ik me al van bewust maar wist nog niet goed hoe hiermee om te gaan.
Yoeke is een prettige persoonlijkheid in de omgang en ik vond het totaal niet moeilijk om met haar zulke persoonlijke dingen te bespreken. Ze geeft zeer goede tips en maakt je bewust van jezelf.
Ik heb er heel erg van genoten, het was serieus, maar we hebben ook gelachen en grapjes gemaakt. Al met al een ervaring die ik niet zou willen missen.
Ben je Tekortkomer of Tekortschieter?
Damestasjeslezen begint al met de buitenkant van een tas. Maar ook de hoeveelheid spullen er in zegt veel. Wie een grote, dikke tas bomvol spullen met zich meesjouwt – zelf noem je het liefkozend ‘mijn hutkoffer’ of zoiets – doet dat natuurlijk niet voor niks. Zulke vrouwen zijn voorbereid op ‘het geval dat’.
Heb je dan nog zo’n handige koevoet of spijkerbroekknoop liggen, dan ben je blij. Daarom heb je in die tas heeeeeeeeeel dingen ‘voor het geval dat’.
Wat is in de praktijk nu ‘het geval dat’? Kort gezegd willen we voorbereid zijn op situaties waarin we niet willen tekortkomen of tekortschieten.
Een damestasjeslezen-blik in de ziel van de vrouw die een grote, volle tas draagt.
-Tekortkomen:
Veel mensen zijn in een bepaalde periode van hun leven veel tekortgekomen. Aandacht bijvoorbeeld, omdat hun ouders het te druk hadden met ruzie maken inplaats van netjes te scheiden. Of veiligheid, omdat ze een ernstige ziekte hadden, geopereerd werden, lang van huis waren, te maken hadden met geweld. Of ze kwamen tekort aan plezier, omdat alles gericht was op presteren en braaf zijn.
Wie veel tekort kwam heeft zichzelf geleerd om voorraadjes te maken. Het lichaam werkt zo (volg een tijd een strikt dieet en het lichaam leert zichzelf om nijver vetten op te slaan als er weer eens wat eten komt, zodat je nog dikker wordt) en de geest ook: een tijd tekortkomen geeft altijd het gevoel dat er een buffer moet worden opgebouwd van iets, een idee, een ding, dat de klap kan opvangen ‘voor het geval dat’. Het geval dat is dus een situatie waarin je opnieuw het gevoel hebt tekort te komen. Daarom zit het tasje van een tekortkomer vol met snoepjes, snoeppapiertjes en kapotte suikerzakjes als er een tekort aan aandacht en troost is geweest (zoetigheid wordt veel gegeten als het effe tegenzit). En het zit vol met extra kleding als er te weinig bescherming is geweest, of te weinig erkenning voor de persoonlijkheid zelf.
In het huis van de tekortkomer is dit natuurlijk ook prachtig te zien: overal staat wel wat, de schuur, zolder en alle kasten puilen uit van de handige enkele sokken, kromme spijkers en palletjes-waarvan-niemand-meer-weet-waar-het-op-past. Je weet immers maar nooit.
-Tekortschieten:
Veel mensen (en vaak zijn dat dezelfde als de tekortkomers, maar ze gingen er anders mee om) hebben ook meegemaakt dat zij hulp nodig hadden in een bepaalde periode van hun leven en dat niet kregen. Of, ook akelig, dat iemand anders hulp nodig had en zij dat niet konden geven.
Zij wijden zich nu aan het bieden van snelle hulp. In hun tas zit de duvel en z’n ouwe moer ‘voor het geval dat’ iemand anders het nodig heeft. De tas puilt uit van pure dienstbaarheid. Pleisters, koeken, kinderspeelgoed, zakdoekjes, pennen, naaisetje, oploskoffie, motorzaag… Serieus: tijdens een workshop Damestasjeslezen verzuchtte een vrouw eens dat haar ‘finest hour’ zou zijn als er een amokmaker door de stad zou brullen: ‘Ik heb een motorzaag nodig!’ en dat zij dan haar tasje open zou knippen en kon zeggen: ‘Oh, die heb ik toevallig net bij me!’
Door anderen van dienst te zijn bewijzen ze niet alleen dat ze zorgzaam en lief zijn; ze maken zich ook nog es onmisbaar. Het enige dat ze niet bij zich hebben is ruimte voor zichzelf. En, oh ja, ruimte voor de ander om het eigen oplossend vermogen te trainen aan de interessante uitdagingen die het leven zo gul aan ons stelt.
Dit zijn de gevallen dat, waarvoor we troep om ons heen verzamelen.
Het grappige is: we komen tegenwoordig niet meer tekort. En we schieten ook niet tekort. Want als het erop aan komt verzinnen we wel wat.
Nu alleen nog even over de Koekoeksvrouwen en Paradijsvrouwen die helemaal niks willen verzamelen en voortdurend alles weg doen, al is het maar om plaats te maken voor de zojuist in een vlaag van enthousiasme aangeschafte gloednieuwe spul of kleer. Daar is ook al iets wonderlijks mee aan de hand. Een volgend blog meer daarover.
Commentaar? Commaarop!
Paradijsvrouw of Koekoeksvrouw?
Heel veel spullen in je tas? Dan ben je waarschijnlijk een tekortkomer of een tekortschieter. Ik schreef er hier al eens over.
Maar er zijn ook vrouwen die maar heel weinig spullen in hun tas hebben. Sterker nog: er zijn vrouwen die het liever zonder tas doen.
Als damestasjeslezer neig ik inmiddels naar de overtuiging dat er twee – okee dan, drie – groepen vrouwen zijn met weinig spullen in d’rlui tas. Ik neig ernaar, zeg ik heel voorzichtig, want al heb ik dan al ruim 4000 tasjes gelezen, de techniek van het damestasjeslezen is toch voortdurend in ontwikkeling.
Twee groepen dus. En nog eentje extra. Ik beschrijf ze hier even.
Zij heeft weinig in haar tas omdat ze altijd op zoek is naar plekken waar het gras groener is dan in haar eigen tas. De Paradijsvrouw hecht zich nauwelijks aan spullen. Toch is ze ongelofelijk hebberig. Ze loopt door de stad, ziet een voorwerp dat haar begeren opwekt omdat het ‘precies goed’ is en koopt het. De vraag of ze het nodig heeft is totaal irrelevant: ze wil het. Zo’n voorwerp levert genot op. Als ze het ziet. Als ze de winkel binnen loopt en het koopt. Als ze het thuis uitpakt. Direct daarna – dit kan een kwestie van minuten zijn, hooguit een paar uur – slaat de twijfel haar plezier uit haar geest. Ze vermoedt, nee, ze weet dat dit voorwerp niet perfect was. Er moet iets zijn dat nog mooier, nog beter, nog slimmer is dan dit. Eigenlijk kan het direct na aanschaf weg. Omdat ze zich daar schuldig over voelt – Paradijsvrouw heeft zich gerust al georiënteerd op de wereld – doet ze het voorwerp niet weg. Ze hecht zich er alleen niet aan en ze gaat het zeker niet met zich meedragen. Ze wil namelijk ruimte hebben in haar tas voor een voorwerp dat beter is dan dit en dat ze absoluut wil hebben. Daarom ziet ze het als haar levensvervulling om alert te zijn. Altijd op jacht, ook als er niets is om op te jagen. Je weet immers maar nooit wat je dit keer tegen zult komen. Het paradijs is altijd maar een enkel voorwerp van haar verwijderd. Toch komt ze er niet. Logisch. Als je dat wat je zoekt niet vindt in je eigen tas, dan vind je het ook niet daar buiten…
Het voordeel van de Paradijsvrouw is dat ze vermoedelijk een goede neus heeft voor trendy spulletjes.
Het nadeel is dat ze denkt dat haar levensgeluk ‘m daar in zit. Da’s niet waar. Iets ouds, lelijks en stuks kan dierbaar zijn. Betekenisvol. Omdat er leefgruis op zit: de sporen die onze levenservaringen achterlaten op materie: rimpels in het gezicht, kraaienpootjes rond de ogen en kruimeltjes in onze tas.
Wie lang als Paradijsvrouw leeft haalt uiteindelijk de lust uit het leven en maakt het steriel en perfect bloedeloos.
Oefenen met Wabi Sabi, de schoonheid van imperfectie, kan een uitstekende therapie zijn!
De Koekoeksvrouw
De koekoek legt haar ei in het nest van een andere vogel. De Koekoeksvrouw gebruikt diezelfde techniek. Zij heeft weinig bij zich omdat anderen haar zooi wel willen dragen. “Ach, neem jij even mijn sleutels in jouw tas… ik heb niks bij me,” zegt ze nog bij haar eigen voordeur als je haar ophaalt om de kroeg in te gaan. Met het aannemen van haar sleutels draagt ze ook een deel van haar verantwoordelijkheid over aan je. Het is nu, onuitgesproken, jouw taak geworden ervoor te zorgen dat zij vanavond weer veilig bij deze zelfde voordeur aan zal komen. Draag je ook haar portemonnee? Dan ben jij dus de klos als er drankjes gehaald moeten worden. Zij is zo vrij als een vogeltje omdat al haar lasten voor haar gedragen worden.
De Koekoeksvrouw is best bereid om iets te doen voor anderen, maar dat ligt dan in de sfeer van communicatie, niet in dienstverlening. Zo heeft zij natuurlijk geen pleistertje bij zich als jij gevallen bent en je knie openhaalt. Maar ze durft wel op een stoel te springen en over het hele terras te galmen: ‘Heeft er iemand een pleistertje voor mijn vriendin?’ Daarom lukt het haar ook om die spullen door een ander te laten dragen: ze is een inspirerend mens dat een hoop gekke dingen doet. En trouwens: is het niet minstens zo gek dat jij bereid bent haar zooi voor haar te dragen?
Oh: belangrijk om even op te letten: veel partners hebben ook koekoeksneigingen. Ik zie soms damestassen waarin minstens de helft van de spullen van de echtgenoot zijn. ‘Schat, je hebt de autopapieren toch wel bij je he? En m’n zakdoek? M’n sleutels? Je weet dat m’n broek raar zit als ik die in m’n zak hou…’ Als je er allebei gelukkig mee bent is het natuurlijk prachtig. Zo niet: geef ‘m dan gewoon die spullen terug. Zelf doen.
Het voordeel van een koekoeksvrouw is haar grote fantasie, haar avonturenzin en haar kinderlijke naïviteit waarmee ze meer voor elkaar krijgt dan jou als weldenkend mens ooit zou lukken.
Het nadeel van een koekoeksvrouw is dat jij er de verantwoordelijkheid bij krijgt voor haar spullen (in elk geval) en voor wat ze daarmee zou kunnen of moeten doen (waarschijnlijk).
Overweeg nog eens even of je het eigenlijk wel een goede deal vindt: jij draagt die spullen en dus een deel van haar verantwoordelijkheid, zodat zij haar handen en geest vrij heeft om wilde avonturen te bedenken. Och… misschien best leuk! Maar ga dan niet zitten mopperen dat zij niet weet dat ze geen geld meer heeft om een tientje aan die straatmuzikant te geven: jij draagt haar portemonnee immers. Geef die dan terug.
De Nu-Even-Niet-vrouw
Okee, ik moet haar er wel bij zetten: de nu-even-niet-vrouw heeft ook bijna niks in haar tas, of ze heeft gewoon geen tas bij zich. Het is de vrouw die al haar aandacht eventjes nodig heeft voor zichzelf. Ze kan ‘m nu niet delen met haar tas. Ze heeft iets akeligs meegemaakt. Een ernstige ziekte misschien. Het overlijden van een dierbare. Een grote zorg over verdriet. De vrouw zonder tas heeft alle aandacht nodig. Geef het haar. Als ze dat wil, tenminste.
Lees hier nog even na hoe je de Tekortkomer en de Tekortschieter herkent aan de volle tas.
Meer weten over hoe je geheime angsten en verlangens zichtbaar zijn in je tas of broekzak? Kijk op www.damestasjeslezen.nl Ook voor netwerkbijeenkomsten en teambuilding.
Bescheidenheid
Een aantal voorbeelden van omgekieperde tasjes en wat ze laten zien over de drager ervan.
Bescheidenheid: de deo bovenop het hoopje laat zien dat de draagster bereid is het ego iets terug te leggen vandaag om ruimte te maken voor anderen. Dat is handig, want ze is op Castlefest 2011, waar ze nieuwe ervaringen wil opdoen zonder meteen te oordelen over wat er gebeurt. De periferie van festivalmuntjes geeft aan dat zij zelf beslist waar ze wel of geen aandacht aan wil gaan besteden.
Alles heeft waarde
Deze tas is van een vrouw die van alles de waarde in kan zien. Een mooie eigenschap: iedereen en alles wordt gewaardeerd. De schaduwkant: wanneer heeft iets z’n waarde verloren? Wanneer mag iets weg? Het mes en het nagelschaartje duiden op het maken van onderscheid. De ‘horcrux’ kan verwijderd worden van voorwerpen die hun waarde inmiddels hebben verloren: verpakkingsmateriaal, de keycord die nooit gebruikt wordt. Alles wat ruimte inneemt zonder waarde toe te voegen, ontneemt de draagster van de tas ruimte om zichzelf verder te ontwikkelen en zelf meer ruimte in te nemen. De camera wijst erop dat ze nu al af en toe zoveel leuke, nieuwe indrukken opdoet die achteraan het programma van verwerken staan, dat ze ze opslaat om later nog eens aan terug te denken. Toch is ze bereid tot zelfreflectie (het spiegeltje), dus alles komt zeker goed.
Heb je ook een Tassenverhaal?
“Toen mijn grootmoeder dement werd ging ze haar tasje als houvast in het leven te beschouwen. Waar ze ook heen ging, haar tasje klemde ze in haar hand. Niemand mocht er aan komen. Na haar overlijden knipte mijn vader de tas open. Hij zat boordevol koffiepunten. Haar schat.”
In de loop van de tijd las ik meer dan 4000 tasjes. Daar kreeg ik heel vaak een mooi tassenverhaal bij te horen. Heb jij ook zo’n verhaal? Over hoe je tas je ondersteunde in een moeilijke periode? Wat je in die tweedehands tas vond? Wie je deze tas gaf en waarom? Waar je je tas terugvond toen je hem drie weken kwijt was geweest?
Schrijf je verhaal hier op!
N.B.: met het opschrijven van je tassenverhaal op dit blog geef je mij ook toestemming om het eventueel te gebruiken bij een volgend boek. Dank je wel!
De prachtige foto op deze pagina werd gemaakt door kunstenares Kitty Boon.